Angst is een gevoel dat iedereen kent: schrikken van een snel naderende auto of bang zijn voor het maken van een belangrijk examen. Angst is er om ons te beschermen tegen gevaar en is dus belangrijk. Alleen komt het vaak voor dat mensen sneller bang worden dan nodig is. Ook kunnen mensen voor veel verschillende dingen bang zijn. Bij overmatige angst wordt gesproken van een angststoornis.
Angst is belangrijk omdat het ons beschermt tegen gevaar. Echter, soms worden mensen sneller bang dan nodig is. Mensen kunnen voor veel verschillende dingen bang zijn. Wanneer je vaak bang bent zonder duidelijk gevaar of oorzaak, kan het zijn dat je situaties of plekken gaat vermijden. Dit kan leiden tot een verergering van de angst, het overnemen van je leven en uiteindelijk kan het overgaan in een angststoornis. Ongeveer 1 op de 4 mensen krijgt ooit in het leven last van een angststoornis.
Een angststoornis kan veroorzaakt worden door verschillende factoren, zoals erfelijkheid, opvoeding en ervaringen uit het verleden, stoffen in het lichaam en middelen zoals alcohol en cafeïne. Negatieve of angstige gedachten spelen vaak een belangrijke rol bij angst.
Wij hebben verschillende angstbehandelingen voor mensen bij wie angstklachten het dagelijks leven in de weg staan. We bieden behandelingen voor de volgende angstklachten: paniek, hypochondrie (ziektevrees), dwangklachten, gegeneraliseerde angst, traumaklachten en sociale angst.
Mensen die lijden aan een paniekstoornis ervaren regelmatig paniekaanvallen en zijn bang voor nieuwe aanvallen. Tijdens een paniekaanval herken je symptomen zoals een snellere hartslag, hyperventilatie, gevoelens van onrust, duizeligheid en trillen of zweten. Het gevoel kan ontstaan dat je de controle over jezelf verliest. Vaak zijn mensen bang om flauw te vallen, gek te worden of te sterven tijdens een paniekaanval.
Bij een paniekstoornis kan de angst voor paniekaanvallen het leven gaan beheersen. Dit kan leiden tot agorafobie (pleinvrees), waarbij situaties worden vermeden waarin men bang is een paniekaanval te krijgen en moeilijk weg kan komen. Mensen kunnen dan bijvoorbeeld niet meer met de bus reizen, naar de supermarkt of een restaurant gaan, maar ook sociale activiteiten kunnen worden vermeden.
Plein- of straatvrees (agorafobie) is een angst die ontstaat wanneer je op openbare plekken komt, zoals pleinen, supermarkten of het openbaar vervoer. Het vermijden van deze plekken kan zulke ernstige vormen aannemen dat je het huis niet meer uit durft. Deze fobie heeft niet één duidelijke oorzaak. Er zijn verschillende factoren die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van agorafobie. Het kan een genetische oorzaak hebben; als een of beide ouders het hebben, is de kans groter dat jij het ook ontwikkelt. Daarnaast kan het ontstaan als gevolg van een paniekaanval.
Mensen met een ziekteangststoornis, ook wel hypochondrie genoemd, zijn bang dat ze een ernstige ziekte hebben. Het wordt ook wel ziektevrees of ziektefobie genoemd. Zelfs als artsen niets vinden en ze uitgebreid onderzocht zijn, blijven ze zich te veel zorgen maken over hun gezondheid. Dit kan leiden tot minder vertrouwen in artsen en onderzoeken.
Mensen met een ziekteangststoornis zoeken vaak veel informatie op over hun symptomen en gaan vaak naar de huisarts. Bij symptomen die iedereen wel eens heeft, zoals hoofdpijn of steken, denken ze meteen dat ze ernstig ziek zijn. Als ze hun aandacht richten op hun lichamelijke symptomen, voelen ze zich vaak steeds slechter. Dit kan de angst dat er iets ernstigs aan de hand is, vergroten. Het kan moeilijk zijn voor iemand met deze angststoornis om een goede inschatting te maken van hun gezondheid.
Mensen met een obsessief-compulsieve stoornis, ook wel dwangstoornis genoemd, kunnen last hebben van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten (obsessies) zijn gedachten of beelden die steeds terugkomen en angst oproepen, terwijl je ze eigenlijk niet wilt hebben. Je probeert deze gedachten te onderdrukken met andere gedachten of handelingen. Bij dwanghandelingen (compulsies) probeer je je angst te verminderen door steeds dezelfde handelingen te herhalen, zoals vaak je handen wassen, controleren of de deur op slot zit of dingen tellen. Je bent bang dat er iets ergs kan gebeuren als je deze dwanghandelingen niet meer doet. Het uitvoeren van deze handelingen kan veel tijd in beslag nemen. Het kan lang duren (jaren) voordat iemand met dwangklachten hulp zoekt.
Mensen met een sociale-angststoornis, ook wel sociale fobie genoemd, zijn erg bang voor de reactie of kritiek van anderen. Ze kunnen zich zorgen maken dat anderen hen uitlachen of vinden dat ze raar, onaardig of saai zijn. Ze vrezen vaak een afwijzing. Mensen met sociale angst denken vrijwel altijd dat anderen negatief over hen zullen denken, dit kan ook zonder aanleiding zijn. Sommige mensen krijgen hierdoor vaker last van symptomen zoals blozen, trillen, zweten of stotteren. Ze zijn dan bang dat anderen deze symptomen opmerken en hier een negatief oordeel over hebben. Maar je kan ook denken aan stiller zijn, op de achtergrond, voorzichtig met het geven van een antwoord of mening. Iemand stelt zich te bescheiden op en kan zichzelf niet echt laten zien, hierdoor blijven de kwaliteiten van een persoon vaak onopgemerkt. Om afwijzing of kritiek te voorkomen, vermijden ze soms situaties zoals (studie)bijeenkomsten, presentaties, groepsactiviteiten of feestjes. Dit kan ook een avondje uit zijn.
Er is een risico om minder sociale contacten, minder hechte en wederkerige vriendschappen en/of sociale isolatie. Indien mensen het alleen hebben bij bijvoorbeeld een optreden, wordt het ook wel podiumvrees genoemd (presentatie angst).
Een gegeneraliseerde angststoornis wordt ook wel piekerstoornis genoemd. Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis maakt zich langere tijd ernstig zorgen over alledaagse dingen die objectief gezien eigenlijk goed gaan. Hij of zij is constant bang dat er iets mis zal gaan en gaat daarover piekeren. Zo iemand is overbezorgd, gejaagd en rusteloos.
Mensen met een piekerstoornis ervaren het piekeren zelf als storend. Ze kunnen boos worden op zichzelf of juist bang worden van het piekeren. Ze denken dat ze het piekeren niet kunnen beheersen en er aan onderdoor gaan, zelfs gek van worden.
Specifieke (voorheen: enkelvoudige) fobie wordt een in principe eindeloze reeks fobieën begrepen die betrekking kunnen hebben op alle mogelijke objecten en situaties. DSM onderscheidt vijf subtypes: dier fobieën (honden, katten, spinnen, etc.); fobieën voor de natuurlijke omgeving (storm, bliksem, hoogtes, etc.); bloed en letsel fobieën (injecties, medische ingrepen en verwondingen, etc.); situationele fobieën (tunnels, bruggen, nauwe ruimtes, vliegreizen, etc.) en andersoortige fobieën (kotsen, grote ruimtes, etc.). Uitgezonderd de bloed en letsel fobieën, die volgens sommigen tot een specifiek fysiologisch reactiepatroon van de patiënt zouden leiden, maakt men in de behandeling doorgaans geen onderscheid tussen de verschillende soorten fobieën.
Twee soorten interventies zijn op effectiviteit bij specifieke fobieën onderzocht: exposure in vivo en (in veel mindere mate) cognitieve therapie.
Bij Forta Volwassenen behandelen wij geen specifieke fobieën. Indien je hiernaar op zoek bent, raden wij aan om samen met je POH te zoeken naar een geschikte behandelplek waar dit wél kan.
Therapie bij Forta Volwassenen heeft mij geholpen om over mijn sociale angststoornis heen te komen. Zij hebben mij geholpen om mijn standaard gedachtenprocessen en triggers te herkennen.
Ook heeft de therapie mij inzicht gegeven in mijn belangrijkste normen en waarden waar ik nu naar kan leven. Hierdoor heb ik mijn angsten kunnen omarmen als een onderdeel van mijzelf en hier mee leren leven.